Door de groeiende samenwerking in de zorg, ontstaat er onzekerheid bij zorgverleners over de medische aansprakelijkheid bij een behandeling. Aansprakelijkheidsverzekeraar Centramed probeert instellingen bewust te maken van de valkuilen en wat daaraan te doen.
Medische aansprakelijkheid is ingewikkelder geworden. En dat heeft alles te maken met de groeiende samenwerking in de Nederlandse zorg. Patiënten worden steeds vaker door meerdere zorgverleners behandeld. Dat heeft met voortgaande professionalisering en specialisering te maken, met de groei van het aantal patiënten met multimorbide klachten, maar vooral met de groei van het fenomeen netwerkzorg. Zorgverleners zoeken elkaar steeds meer op om samenwerking vorm te geven. En dat roept groeiende vragen op over wat er moet gebeuren als er bij de behandeling iets misgaat.
Samenwerking loont
Bij medisch aansprakelijkheidsverzekeraar Centramed weten ze er alles van. “Wij bezoeken onze 84 leden elk jaar en we zien die netwerksamenwerking overal naar voren komen”, vertelt directeur Irene Heikens. Covid heeft volgens haar de ontwikkeling versneld. “Toen gingen de deuren tussen de instellingen open. Het was het bewijs dat samenwerking loont.”
Op de tegenwerping dat na de eerste golf die deuren ook weer snel dicht gingen, reageert bestuursvoorzitter Leonhard van Dijk: “Ik denk dat wat er tijdens Covid is gebeurd een blijvend effect heeft gehad. Natuurlijk zijn er nog altijd omzetprikkels, maar men is gaan inzien dat die op de lange termijn niet houdbaar zijn. Al was het maar vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt.”
Medische fout
Hoe dan ook: waar wordt samengewerkt aan één patiënt wordt het moeilijker om te bepalen wie verantwoordelijk is voor een medische fout. “Een patiënt kreeg drie labtests”, vertelt Heikens, “maar één daarvan was niet goed uitgevoerd. Daardoor was de diagnose niet goed en verliep de behandeling negatief. Die patiënt moest vervolgens naar een academisch centrum, waar men blijvende gezondheidsschade niet meer kon voorkomen. Het academisch centrum claimde dat de patiënt al niet goed bij hen was binnengekomen. Het betreffende ziekenhuis wenste daar aanvankelijk niet in mee te gaan, want had niet helder wat er bij het lab gebeurd was.”
Juridische strijd
Centramed werd ingeschakeld, maar kon een juridische strijd niet voorkomen. Van Dijk: “Als het juridisch wordt, is dat moeilijk, arbeidsintensief en heel erg duur. Daarbij kost het veel tijd en is er sprake van onzekerheid voor de patiënt.”De conclusie luidde dat er slordig werk was geleverd, maar juridisch kon geen aansprakelijkheid aangetoond worden. “Uiteindelijk zijn wij er achter de schermen alsnog met de partijen uitgekomen en hebben we het voor de patiënt bevredigend kunnen afsluiten. Maar we hebben toch ook geconstateerd dat dit heel naar had kunnen uitpakken.”
Wie is verantwoordelijk?
Bij netwerkzorg is het vaak moeilijk om de verantwoordelijke partij aan te wijzen, en nog moeilijker om het causaal verband met de schadelijke gevolgen te bewijzen. Wie is verantwoordelijk voor welke gevolgen? Daarom ontwikkelt Centramed nu een dienst om haar leden, die werkzaam zijn in een netwerk of keten, op dit gebied te ontzorgen en om te voorkomen dat patiënten tussen wal en schip vallen.
Centrale aansprakelijkheid
Traditioneel wordt bij het gros van de medische claims gewerkt met het begrip ‘centrale aansprakelijkheid’. Naast de behandelaar als persoon, is ook de instelling waar die werkt en waar de medische handeling plaatsvindt, aansprakelijk als er iets is misgegaan. Maar als meerdere instellingen betrokken zijn, is steeds minder makkelijk te bepalen wie die ‘centrale’ rol in de behandeling heeft, waar een fout gemaakt is en wat de gevolgen daarvan zijn. En dus moeten zorginstellingen aanvullende maatregelen treffen om te voorkomen dat patiënten tussen wal en schip vallen, wat weer leidt tot meer juridisering.
“Die samenwerking moet goed geregeld worden”, aldus Irene Heikens. Ze noemt enkele belangrijk aandachtspunten: “Breng je samenwerkingsverbanden in kaart, check of gelieerde zorgverleners meeverzekerd zijn, besef dat de instelling binnen wiens muren de behandeling plaatsvindt aansprakelijk is, tenzij er een andere draagplichtafspraak is gemaakt. En zorg ervoor dat voor de patiënt stap voor stap duidelijk is door wij hij of zij wordt behandeld, onder wiens verantwoordelijkheid. We hebben daar als Centramed een handige flyer voor opgesteld, waarin simpel te zien is waar je aan moet denken.”
Houd het duidelijk en simpel
Van Dijk voegt toe: “Wat vooral belangrijk is, is dat je het voor de patiënt duidelijk en simpel houdt. Dat betekent namelijk dat je het zelf voor elkaar hebt. Dus bij voorkeur één loket, plus – zeker bij complexe patiënten – de benoeming van een regiebehandelaar.”
Vooropstaat volgens beiden nog altijd dat zorginstellingen verantwoordelijkheid en openheid betrachten als het gaat om medische fouten. “Er gaat nog altijd het verhaal rond dat als een arts ‘sorry’ zegt tegen een patiënt, dat meteen ook een schuldbekentenis is. Dat is een broodje aap-verhaal. Waar de aansprakelijkheid ook ligt: medeleven tonen en emotioneel gepast reageren is wat je juist moet doen”, zegt Van Dijk. “
“Want weet je wat het is?” vult Heikens aan, “patiënten willen schadevergoeding voor leed dat hen is aangedaan, maar heus naar verhouding. Krijgen ze echter geen erkenning, dan gaan ze op zoek genoegdoening en gaan er zomaar jaren juridische strijd overheen. Vergis je niet: het is voor hen een traumatische ervaring. Het zet vaak hun leven op de kop.”
Transparantie
Volgens Heikens en Van Dijk is de transparantie die zorginstellingen betrachten rond medische fouten – een gevoelig onderwerp natuurlijk – de laatste jaren toegenomen. Heikens: “Het begint bij de tone of voice aan de top van het ziekenhuis. Als het daar mogelijk is om een gesprek te hebben over wat medisch mis is gegaan, dan zie je dat dat doorwerkt richting de werkvloer.”
Van Dijk: “Ziekenhuizen waar een sterke betrokkenheid is van de raad van bestuur en die het als een geïntegreerd proces (calamiteit -> klacht -> claim) behandelen, doen het gewoon beter. Wij hebben een preventiespecialist in dienst die daarover de dialoog met hen aangaat. En het mooie is: zij ziet groeiende interesse bij artsen in wat ze te zeggen heeft.”
Dit interview is gepubliceerd op de website van Skipr ‘Maak het simpel voor de patiënt’ – Skipr