Eind vorig jaar werden WA-man pur sang Aernout Santen en slachtofferadvocaat Coen de Koning door de redactie gepolst om mee te doen aan een openbare briefwisseling, waarbij de controverse liefst niet zou worden geschuwd. Ze zeiden allebei dezelfde dag nog ja. “Lijkt me best leuk,” antwoordde Aernout. Coen had nog minder woorden nodig: “Count me in.” Na een roffelende aankondiging – ‘deze inhoudelijke tegenpolen gaan met elkaar een pennenstrijd aan!’ – schreven ze elkaar ieder vijf brieven en de letselschadebranche las mee. Hoe is de briefwisseling hen bevallen? En wat was de rode draad die erdoorheen liep? Onder het genot van een kop koffie en een goede lunch hielden Coen en Aernout een kritische nabeschouwing.
Door Martijn van Driel
IJdelheid speelde een rol, erkennen beide mannen lachend op de vraag waarom ze enthousiast waren over het idee van een openbare briefwisseling. Maar dat is niet alles. Coen: “Het is waardevol om je eigen gedachten te mogen delen over zaken in ons vak die beter kunnen.” Dat was ook voor Aernout een drijfveer. “Het mooie aan dit concept is dat je ook antwoord en inzicht krijgt in hoe de ander daarover denkt.” Zo ontstond een levendige uitwisseling van argumenten, met respect voor elkaars rol en ideeën.
Lees de hele column op Letselschade.nu